Het oude woord 'echt' heeft twee schijnbaar onverenigbare betekenissen: wet en voorbij. De betekenis wet zit nog in echtpaar: verbonden bij de wet. De betekenis voorbij is 'achter' geworden. Een vreemde combinatie die twee betekenissen: wet en voorbij. Of misschien toch niet zo vreemd? Een wet is natuurlijk iets van het verleden. In deze altijd veranderlijke wereld wordt in een wet een poging gedaan te formuleren wat onveranderlijk is, wat 'echt' is, maar wat wel voorbij is, wat wij kennen van vroeger. Is dat wat wij verstaan onder het echte leven, een romantisch idee van vroeger?